Vriezers
Dr druk in de cilinder daalt, waardoor de koelvloeistof gaat koken. De verdamoingswarmte hiervoor wordt aan de vloeistof onttrokken, waardoor de temperatuur hiervan gaat dalen.
De warmte die voor het verdampen nodig is, wordt vanuit de omgeveing voortdurend aangevuld. Er zal zich ook een evenwicht gaan instellen dat van de snelheid van de verdapming en de toeoer van warmte afhangt.
Vriezers
In het voorbeeld hebben we aangenomen dat de dampdruk 2.2 bar wordt en de temperatuur tot -10 C werking is echter van korte duur. Als alle koelvloeistof verdampt is stijgt de temperatuur weer tot 20 C en bovendien zijn we de koelvloeistof kwijt.
Vriezers
We kunnen de damp echter op de volgende wijzen opvangen. We nemen een tweede cilinder en tussen eerste en tweede cilinder sluiten we een zuigperspomp aan met de zuigzijde aan de eerste, en dr drukzijde aan de tweede cilinder.
Vriezers
Als de zuiger naar rechts beweegt, wordt de damp uit de onderste cilinder aagezogen. De koelvloeistof gaat daar verdampen en daalt in temperatuur.
Bewaar de zuiger nu naar links dan word de aangezogen damp in de bovenste cilinder geperst. Omdat de druk in de bovenste cilinder door de pompwerking hoog wordt, zal het kookpunt verhoogd worden waardoor de damp kan condenseren.
Vriezers
De condensatiewarmte die daarbij vrij komt moet door de lucht of het koelwater worden afgevoerd. Er moet nog meer warmte worden afgevoerd, want door het samenpersen van de damp stijgt de damptemperatuur. De pomparbeid wordt ook in warmte omgezet.
We hebben met dit toestel dus warmte verplaatst van de onderste cilinder naar de bovenste cilinder. De temperatuur en druk in de onderste cilinder zijn laag en in de bovenste cilinder hoog. Als alle koelmiddel van de onderste cilinder naar de bovenste is gepompt, houdt het koelproces op. In de onderste cilinder valt niks meer te verdampen.